Knieklachten bij dansers
Author: Boni RietveldNaast pech, oververmoeidheid en stress, ontstaan de meeste dansblessures door techniekfouten: het niet goed uitvoeren van de klassieke ballet techniek, die de basis vormt voor vrijwel elke danstraining of -opleiding. Deze techniekfouten ontstaan vaak door het (trachten te) compenseren van fysieke beperkingen, die daardoor een structurele predispositie vormen voor blessures.
De klassieke ballettechniek vereist een uitgedraaide positie, liefst 180°, van de benen en de voeten, vanuit de heup. Dit wordt ook wel turnout of en-dehors genoemd. Bij elke danspatiënt dienen de heuprotaties (in buikligging) gemeten te worden. Een krappe of asymmetrische uitdraai is een risicofactor. Het is duidelijk dat de dansdocent de eerste en belangrijkste schakel is bij de preventie en begeleiding van dansblessures. De oefentherapeut Mensendieck kan daarbij een belangrijke aanvulling zijn, zowel preventief als therapeutisch. Kennis van de correcte dans (uitdraai.) techniek is daarbij vereist.
“Screwing your knees”
Niet elke danser is voldoende uitgedraaid in de heupen om 180° uitgedraaid te staan. Om dat dan toch te bereiken worden, vaak onbewust, compensatiemechanismen toegepast: de lumbale wervelkolom (onderrug) wordt ge-(hyper-)lordoseerd (hol getrokken), het voorste heupkapsel en de ilio-psoaspees worden aangespannen, de knieën komen onder exotorsie spanning te staan en de voeten hyperproneren (“inrollen”). Deze compensatiemechanismen van een (te) krappe heupuitdraai, die gebruik maken van de ontspanning van het voorste heupkapsel (ligamentum iliofemorale) in flexie en abductie, zijn de belangrijkste bron van dansblessures. Dansblessures betreffen in de meeste gevallen, ruim 77%, de onderste extremiteit. De knie (25%) is na de enkel (27%) het meest geblesseerde gewricht bij dansers. Eén van de redenen daarvoor is de torsiekracht waar de knieën aan onderworpen worden bij de uitgedraaide positie: In flexie kan de knie exoroteren, maar in extensie niet. Daarvan maken dansers onbewust gebruik bij het compenseren van onvoldoende heupuitdraai: de voeten worden in demi-plié in maximaal uitgedraaide stand gefixeerd op de vloer en vervolgens worden de knieën gestrekt en wordt de (uitgedraaide) eerste balletpositie ingenomen. Het gevolg is een geweldige torsiekracht op de knieën met rotatoir malalignment van het patello-femorale gewricht en spanning op de mediale structuren. Dit wordt wel “screwing your knees” genoemd. Het onvermijdelijk gevolg is patellofemorale klachten, zoals retro-patellaire chondropathie en soms zelfs een (laterale) patella luxatie.
Uitdraaitechniek
Naast de algemene behandeling bestaande uit o.a. versterking van de m.vastus medialis en adviezen hoe patello-femorale belasting (zoals traplopen, hurken, grand-plie’s, diepe sprongen en knielen) te vermijden, moet aan dansers uit. gelegd worden hoe ze zelf deze klachten kunnen beïnvloeden door een zorgvuldige uitdraaitechniek vanaf de heupen omlaag, niet vanaf de grond omhoog. Beter gebruik van de adductoren en de mediale hamstrings is daarbij essentieel. Overigens is een status na patella luxatie géén contra-indicatie om door te gaan met dansen. Mits daarbij een zorgvuldige uitdraai techniek wordt gebruikt en de danser zich bewust is welke bewegingen vermeden dienen te worden. Riskant is dan vooral flecteren van een gestrekte knie met exorotatie kracht van het onderbeen t.o.v. het bovenbeen, zoals bijv. bij een spagaat met het aangedane been achter. Dansers krijgen deels “gewone” orthopaedischevblessures, deels specifieke dansblessures. In beide gevallen geldt dat bij hun behandeling rekening moet worden gehouden met de specifieke motivatie en toewijding van de danser, alsmede met de specifieke belasting van een danserlichaam. Kennis van – en belangstelling voor – de danstechniek en -terminologie is essentieel voor elke hulpverlener om een danser bevredigend te kunnen behandelen en om het voor een therapeutische relatie vereiste vertrouwen van danspatiënten te winnen.
Samenvatting van een presentatie door: A.B.M.Rietveld, orthopaedisch chirurg. t.g.v. Mensendieck Onderzoek Seminar (MOS) op 27 januari 2003 Faculteit Bewegingswetenschappen VU, Nederlandse Vereniging van Oefentherapeuten Mensendieck (NVOM).